uitspraak van de Afdeling over de PAS

Op 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1764 heeft de AbRvS een zeer belangrijke uitspraak gedaan in de zes beroepsprocedures die aanleiding hebben gegeven voor de Afdeling om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof over de PAS. Zoals bekend heeft het Hof bij arrest van 7 november 2018, ECLI:EU:C:2018:882, deze vragen beantwoord.

Uit de uitspraak van de Afdeling volgt dat het arrest van het Hof nieuwe inzichten biedt over de eisen waaraan een passende beoordeling moet voldoen. Van belang is dat het arrest leidt tot bijstelling van de rechtspraak van de Afdeling, die ook voor andere zaken waarin het PAS een rol speelt, relevant is. De Afdeling heeft er in deze richtinggevende en zeer omvangrijke uitspraak, voor gekozen om ook duiding te geven aan het arrest, daar, waar dit voor de behandeling van de pilotzaken niet strikt noodzakelijk is.

In het volgende bericht staat een korte samenvatting opgenomen van de uitspraak van de Afdeling waarin wordt geoordeeld dat de PAS in strijd is met het Europese recht. Deze samenvatting doet geen recht aan de inhoud van de omvangrijke uitspraak.  De uitspraak nauwkeurig moet eerst nauwkeurig worden bestudeerd. Op korte termijn zal meer aandacht worden besteed aan de gevolgen van de uitspraak.

Bij de Afdeling bestuursrechtspraak en bij de rechtbanken zijn ook nog andere zaken over het PAS aanhangig. Bij de Afdeling bestuursrechtspraak zijn dat er op dit moment zo’n 180.. Die zaken zijn aangehouden in afwachting van de uitspraak van 29 mei 2019 en zullen nu weer verder worden behandeld. Het is , zo blijkt uit een persbericht van de Afdeling, de bedoeling zo snel mogelijk, al in juni, duidelijkheid te bieden over de natuurvergunningen voor veehouderijen. Zo is er op 29 mei 2019 al uitspraak gedaan in elf andere veehouderijzaken. De afhandeling van bestemmingsplan zal langer op zich laten wachten.