Gehanteerde rekengrens uit AERIUS Calculator (2019) biedt vooralsnog onvoldoende zekerheid

Wet natuurbescherming

 

In de uitgebreide (tussen)uitspraak van de AbRvS van 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:105 wordt het Tracébesluit “A15/A12 Ressen-Oudbroeken (ViA15)” bestreden.

In het Deelrapport gebiedsbescherming (2019) zijn de mogelijke gevolgen van het tracé voor Natura 2000-gebieden door een toename van de stikstofdepositie. Eerst is met behulp van het verkeersmodel berekend op welke wegvakken in 2030 (het jaar waarin het meeste verkeer wordt verwacht) een toename optreedt.

Vervolgens is beoordeeld of binnen 3 km vanaf deze wegvakken zich Natura 2000-gebieden bevinden met stikstofgevoelige habitats (afstandsgrens).

Voor elk van deze gebieden is met AERIUS Calculator versie 2016L berekend of er in 2024 en 2030 een toename in de stikstofdepositie op daarvoor gevoelige habitats zal ontstaan. In de berekening van het projecteffect zijn alle wegen binnen 5 km van het gebied betrokken (rekengrens).

 

De minister heeft nadien een addendum overgelegd. Daarin zijn met AERIUS Calculator versie 2019 nieuwe stikstofberekeningen gemaakt, zonder de 3 km-grens. De Afdeling laat in deze uitspraak in het midden of met dit addendum het gebrek is hersteld. Duidelijk is dat de 3 km- afstandsgrens, die haar oorsprong vindt in art. 2.12, eerste lid onderdeel a, onder 2 (oud) van het Besluit natuurbescherming, onverbindend is verklaard in de PAS uitspraak (onder 3.4 en 34.5).

Dan de rekengrens van 5 km: deze beperking is het gevolg van de keuze om in AERIUS Calculator de stikstofdepositie van wegverkeer te berekenen met behulp van de Standaardrekenmethode 2 (hierna: SRM2). Op grotere afstanden zouden bijdragen van wegverkeer niet meer betekenisvol zijn. Voor overige bronnen wordt OPS gebruikt; daarmee wordt ook gekeken naar deposities buiten 5 km van (rekenpunten in) Natura 2000-gebieden.

Het gebruiken van AERIUS Calculator is alleen toegestaan als daarmee volledige, precieze en definitieve constateringen en conclusies kunnen worden verkregen die elke redelijke wetenschappelijke twijfel over de gevolgen van de geplande werkzaamheden voor de betrokken Natura 2000-gebieden kunnen wegnemen. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de minister niet toereikend gemotiveerd dat in dit geval aan deze voorwaarden is voldaan. Daarin ligt dus een opdracht voor de minister.

Ondanks het voorgaande komt de Afdeling wél toe aan de ADC toets in het kader van een finale geschillenbeslechting. Deze toets wordt geaccordeerd, zoals vrijwel alle andere gronden van de 48 appellanten die zich tegen het tracébesluit hebben gekeerd. Lezenswaardig zijn ook de overwegingen omtrent de snelheidsverlaging (vanaf ro 75).

Voor meer informatie uit deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan