koeien weer in de wei

In de uitspraak van 12 oktober 2022 gaat het over de uitstoot van stikstofemissie uit een emissiearm stalsysteem dat voor de melkveehouderij is ontwikkeld (A1.23) en over de uitstoot van stikstof van melkkoeien die in de wei staan. De Afdeling heeft zélf een samenvatting gemaakt, die hieronder is opgenomen:

 

 

‘De Afdeling komt in deze uitspraak tot de conclusie dat de emissie van het emissiearme stalsysteem A1.23 niet met behulp van de emissiefactor die in de Rav voor dat systeem is opgenomen met de vereiste zekerheid in kaart kan worden gebracht. Een berekening van de emissie met de Rav-emissiefactor voor dit stalsysteem kan daarom nu niet zonder meer worden gebruikt in een voortoets of passende beoordeling voor een natuurvergunning. De Afdeling kwam eerder in haar uitspraken van 7 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2557 en ECLI:NL:RVS:2022:2624 tot dezelfde conclusie voor de stalsystemen A1.13 en A1.28.

Het weiden van vee heeft op twee manieren een stikstofreducerend effect. De stalemissies nemen af en weilanden waar koeien staan worden minder bemest met stalmest dan weilanden die niet voor beweiden worden gebruikt. Bij een vergunning voor een melkveehouderij waarbij wordt beweid moeten de emissies van het beweiden echter wel worden beoordeeld.

De Afdeling zet in deze uitspraak uiteen op welke wijze de emissie van het weiden van vee kan worden beoordeeld.

De emissie van het weiden van vee kan worden weggestreept (intern gesaldeerd) tegen de afname van de emissie van het uitrijden van mest (bemesten) die daarvan het gevolg is. Voor dat intern salderen moet de referentiesituatie van bemesten worden bepaald. Dat kan aan de hand van de stappen die uiteengezet zijn in 23-23.1. Dat komt erop neer dat het planologisch regime van de gronden, die zullen worden beweid, vanaf de referentiedatum (10 juni 1994) in kaart moet worden gebracht en dat gegevens worden overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat de gronden voor die referentiedatum in gebruik waren als landbouwgrond.

Significante gevolgen van het weiden van vee zijn uitgesloten als de gronden die volgens de aanvraag voor de natuurvergunning zullen worden beweid, daarvóór maximaal mochten worden bemest. Dat is het geval als op grond van de hiervoor bedoelde gegevens kan worden vastgesteld (1) dat de gronden voor de referentiedatum werden bemest én (2) dat uit het planologisch regime dat sinds de referentiedatum voor de gronden geldt, volgt dat agrarisch grondgebruik en vanaf 2006 het gebruik van de gronden als grasland is toegestaan.”

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Susan