Protocollen vleermuisonderzoek en ontheffingsgronden volksgezondheid en openbare veiligheid

Protocollen vleermuisonderzoek en ontheffingsgronden volksgezondheid en openbare veiligheid


In de uitspraak van de AbRvS van 4 november 2020 gaat het om een verleende ontheffing van de verbodsbepalingen uit art. 3.1 en 3.5 van de Wnb voor een aantal vogel- en vleermuissoorten ten behoeve van de aanleg en exploitatie van drie windturbines.

In deze zaak wordt onder meer uitgebreid stilgestaan naar de wijze waarop het onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen is onderzocht. Het onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen is uitgevoerd door middel van het bezoeken van een transect van het gebied, ofwel een bepaalde route waarlangs het onderzoek plaatsvindt met verschillende veldonderzoeken.

Appellanten hebben aangevoerd dat in plaats daarvan had moet worden uitgegaan van de "Guidelines for consideration of bats in wind farm projects" dat is opgesteld door Eurobats. De Afdeling overweegt de Afdeling dat het hier gaat om een protocol met aanbevelingen, dat is gericht aan de Europese Lidstaten. Op nationaal niveau zijn protocollen opgesteld voor vleermuisonderzoek bij windturbines. Deze protocollen zijn samengevoegd in het rapport "Protocollen vleermuisonderzoek bij windturbines", waaronder het Vleermuisprotocol. Naar het college terecht naar voren heeft gebracht, is vleermuisinventarisatie blijkens het Vleermuisprotocol maatwerk en zijn de protocollen slechts een hulpmiddel. Het gaat hier uitsluitend om ‘guidelines’, ofwel richtlijnen, waaraan geen bindende werking toekomt.

Het betreffende Bureau heeft gebruik gemaakt van een eigen (onderbouwde) methode, gericht op het in kaart brengen van aanvaringsslachtoffers. Deze methode wordt door de Afdeling geaccordeerd.

Tot slot, aan de ontheffing voor het windpark heeft het college in het bijzonder de ontheffingsgronden volksgezondheid en openbare veiligheid ten grondslag gelegd. De klimaatverandering en de elektriciteitsvoorziening zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 4 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1227 onder 7), kunnen deze gronden aan een ontheffing op grond van de Wnb voor windturbines ten grondslag worden gelegd.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan