Stikstof, wanneer is sprake van opname in het heersende verkeersbeeld?

 

In de tussenuitspraak van de AbRvS van 1 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1971 inzake het bestemmingsplan Maduraodam is er voor de gemeente Den Haag nog werk aan de winkel met betrekking tot een betere parkeerborging. De uitspraak is hier opgenomen vanwege de vraag wanneer sprake is van “een opname in het heersende verkeersbeeld”. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 19 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1054, overweging 15.14, aanvaard dat in de effecten van stikstofberekeningen wat betreft het verkeer van een naar inrichtingen, kan worden aangesloten bij de leer van het heersende verkeersbeeld. Deze lijn wordt hier bevestigd.

 

 In deze zaak blijkt dat het plan op de Doctor Aletta Jacobsweg een toename tot gevolg heeft van 157 mvt/etmaal, wat een toename is van enkele tientallen procenten ten opzichte van de autonome verkeersintensiteit op deze weg. Op de overige wegen van en naar Madurodam is de toename ten opzichte van de autonome verkeersintensiteit ten hoogste 0,5%. Ondanks dat voor deze overige wegen, volgens de Afdeling kan worden gesteld dat het verkeer van en naar Madurodam is opgenomen in het heersende verkeersbeeld, is in deze zaak zekerheidshalve naast het verkeer op de Doctor Aletta Jacobsweg voor de stikstofberekeningen ook nog de toename aan verkeer ten gevolge van het plan meegenomen op de Professor B.M. Teldersweg tot aan de Scheveningseweg en op het HubertusviaductIaan. Naar het oordeel van de Afdeling is in de stikstofberekeningen voor de gebruiksfase dus ook een deel van het verkeer meegenomen dat zich al ruimschoots heeft verdund tot enkele procenten van het reeds aanwezige verkeer.