Stikstofberekeningen verwachte intensiteit weg en onlosmakelijke gevolgen bestemmingsplan

 

 

In de uitspraak van de AbRvS van 27 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2392 ligt een tweede voortoets ten behoeve van een bestemmingsplan dat voorziet in een toe- en afrit, voor. De eerste versie was gebaseerd op de PAS.

 

Onder meer wordt door appellante in deze zaak betoogd dat de stikstofberekening betrekking moet hebben op de maximale capaciteit van het type weg, maar de Afdeling ziet daartoe geen aanleiding. De raad heeft zich heeft mogen baseren op verkeersmodellen waarin de verwachte intensiteit van de weg is berekend.

Het gaat hier mis met betrekking tot de positieve gevolgen van de beëindiging van bemesten, waarmee rekening is gehouden. Uit de uitspraak van de Afdeling van 23 maart 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:784) volgt dat voor de beoordeling van de gevolgen van een plan alle samenhangende gevolgen dienen te worden betrokken. Daarbij mogen ook de positieve gevolgen van de aanleg van de toe- en afrit worden betrokken, indien het een rechtstreeks, onlosmakelijk gevolg is van het plan. Hiervan is in ieder geval sprake wanneer het bemesten van de gronden wordt beëindigd op de plek waar de ruimtelijke ontwikkeling is voorzien.

Niet in geschil is dat de 0,5 ha aan gronden tussen de toe- en afrit en de N69 geen onderdeel uitmaakt van het plangebied. De gronden hebben de bestemming "Agrarisch met waarden" en behouden deze bestemming. De stelling van de raad, dat het bemesten wordt beëindigd ten gevolge van het plan, volgt de Afdeling niet omdat in planologisch opzicht het toegestane gebruik niet verandert.

 

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan