onzekerheid over status positieve weigering blijft bestaan

 

In deze zaak gaat het om een positieve weigering naar aanleiding van een ingediende aanvraag door een agrarisch bedrijf om een Wnb-vergunning (oud). Het college van GS Gelderland heeft in dit besluit een zogenoemde disclaimer opgenomen. Die houdt in dat aan de positieve weigering geen rechten meer kunnen worden ontleend als de plannen in vorm of omvang veranderen of het recht, het beleid of de berekeningsmethodiek wijzigen. In dat geval moet appellant volgens het college opnieuw toetsen - waarmee bedoeld zal zijn: nagaan - of er een vergunningplicht geldt.

Het college heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 18 oktober 2022 in zaak nr. 21/3521.

 

De rechtbank heeft het beroep dat was ingediend door het agrarisch bedrijf niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De rechtbank geeft als een van de redenen dat het bedrijf geen feitelijk belang heeft bij de behandeling van het beroep omdat een vergunning niet meer of andere rechten verleent dan een positieve weigering.

Het college van GS betwisten deze overweging in hoger beroep. In het bijzonder is het hoger beroep gericht tegen overweging 8.5: "Dat een positieve weigering in rechte aangevochten kan worden betekent ook dat dit besluit in rechte vast kan komen te staan en dat daarvan in een latere procedure uitgegaan moet worden. Dit alles maakt dat de rechtsgevolgen van deze positieve weigering gelijk zijn aan die van een vergunning voor het gevraagde project waaraan dezelfde argumentatie ten grondslag zou zijn gelegd".

Naar het oordeel van de Afdeling is het hoger beroep van het college niet gericht tegen de beslissing van de rechtbank. Het is uitsluitend gericht tegen een overweging die de rechtbank ten grondslag heeft gelegd aan de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep. Die overweging is, anders dan het college veronderstelt, niet bindend in toekomstige zaken. Het college heeft daarom geen procesbelang bij het instellen van hoger beroep tegen die overweging, aldus de Afdeling.

De rechtszekerheid die, al dan niet ontstaat met de verkrijging van een positieve weigering blijft de gemoederen bezighouden. Het is wél de bedoeling om met het wetsvoorstel tot wijziging omgevingswaarde stikstofdepositie 2030 en vergunningplicht o.a. intern salderen, een einde te maken aan deze onzekere situatie en opnieuw een vergunningplicht te introduceren. AbRvS 17 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:131

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan