Archief 06/2023

Belangenafweging en aanwijzing ganzenfoerageergebieden

29/06/2023

 

 

Kolganzen, brandganzen en grauwe ganzen zijn beschermde vogelsoorten als bedoeld in artikel 3.1 van Wnb. PS van Fryslân  hebben in hun Verordening Wnb een vrijstellingsmogelijkheid opgenomen als bedoeld in artikel 3.3, tweede lid Wnb. Op grond hiervan mogen grondgebruikers ganzen verjagen met ondersteunend afschot. In de verordening is bepaald dat de ganzenfoerageergebieden begrensd mogen worden.  

De percelen van de derde- belanghebbende in deze zaak, zijn niet opgenomen in het ganzenfoerageergebied ‘Oude Gaasterbrekken en Fluessen’, waarvoor de maatschap ze had aangemeld. De maatschap kan zich hiermee niet verenigen, omdat zij voor de ganzenschade op haar percelen nu geen vergoeding kan krijgen.

 

> Lees meer

Activiteitenbesluit en bestemmingsplan (openingstijden)

29/06/2023

 

In deze zaak ligt een bestemmingsplan voor dat onder meer betrekking heeft op de herontwikkeling van een voormalig schoolgebouw en een buurtcentrum.

Verzoekers stellen (onder meer) dat voor het voorziene buurtcentrum regels hadden dienen te worden opgenomen over de openingstijden. Daartoe voeren zij aan dat zij in het verleden verschillende keren gedurende de nacht geluidoverlast van het voorheen aanwezige buurtcentrum hebben ervaren.

 

> Lees meer

trekvogels en windturbines

15/06/2023

Trekvogels en windturbines, de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn

Het is de bedoeling in deze zaak om vier windturbines te vervangen door vier grotere in de Krolinapolder in Dinteloord nabij het Natura 2000-gebied "Krammer-Volkerak". In beroep tegen de Wnb-vergunning wordt gesteld dat ten onrechte niet is gekeken naar de mogelijke effecten van het betrokken project op trekvogels die geregeld voorkomen in dit Natura 2000-gebied  De trekvogels zouden op grond van artikel 4, vierde lid, van de Vogelrichtlijn betrokken hebben moeten worden in de natuurtoets, omdat het natuurgebied niet is aangewezen als speciale beschermingszone (hierna: SBZ) voor geregeld voorkomende trekvogels als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Vogelrichtlijn. Daarnaast stelt zij dat, voor zover de Afdeling van oordeel zou zijn dat de effecten op trekvogels niet hadden hoeven te worden beoordeeld, het natuurgebied ten onrechte niet is aangewezen als SBZ voor geregeld voorkomende trekvogels zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Vogelrichtlijn.

 

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan

> Lees meer