Externe saldering 3 via A15

 

Hoe gaat het verder met het tracébesluit ViA 15? In de tussenuitspraak over het tracébesluit ViA15 van 20 januari 2021 had de Afdeling onder meer overwogen dat de rekenafstand van 5 km die is toegepast bij de stikstofberekeningen voor het wegenproject ViA15 niet toereikend is gemotiveerd. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 5 april 2023 vervolgens geoordeeld dat de rekenafstand van 25 km die in de aanvullende passende beoordeling is gehanteerd om de effecten van het project ViA15 op Natura 2000-gebieden te beoordelen, mocht wordt toegepast. Ook heeft de Afdeling in die tussenuitspraak geoordeeld dat de minister de stikstofberekeningen voor wegverkeer mocht uitvoeren met de versie van SRM2+ die ten tijde van het Tracébesluit gold.

 

 

 

Het tracébesluit leidt tot een toename van stikstofdepositie op verschillende Natura 2000-gebieden, zo blijkt uit de aanvullende passende beoordeling. Als mitigerende maatregel is uitgegaan van extern salderen. In deze uitspraak oordeelt de Afdeling dat nog niet aan alle vereisten wordt voldaan om extern salderen als mitigerende maatregel te kunnen inzetten. Zo moet (zo constateerden wij in onze flits ook al in de afgelopen twee weken) voor de Natura 2000-gebieden waarvoor externe saldering wordt ingezet, zijn onderzocht wat de staat van instandhouding en de instandhoudingsdoelstellingen zijn van die gebieden. Indien voor het halen van de instandhoudingsdoelstellingen een (blijvende) daling van de stikstofdepositie nodig is, zal aannemelijk moeten worden gemaakt dat de beëindiging van de agrarische bedrijven niet nodig is om die (blijvende) daling van stikstofdepositie op gebiedsniveau te realiseren.

Daarnaast heeft de Afdeling over extern salderen geoordeeld dat ten onrechte is bepaald dat pas op het moment van de openstelling van de wegaanpassingen moet zijn verzekerd dat het depositiesaldo van de zes agrarische bedrijven daadwerkelijk is ingetrokken voor het project. Naar het oordeel van de Afdeling moet dit zijn verzekerd op het moment dat wordt gestart met de realisatie van het project ViA15, dus bij de start van de met dit project onlosmakelijk verbonden bouw- en aanlegactiviteiten. Het bevoegde gezag krijgt 26 weken de gelegenheid om het motiveringsgebrek te herstellen. AbRvS 6 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:951