Archief 09/2021

Rechtbank Midden-Nederland roept overheid op om in actie te komen met betrekking tot stikstofproblem

23/09/2021

 

De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 22 september 2021 meerdere uitspraken gedaan over de toepassing van regelgeving uit de Wnb voor Natura 2000-gebieden (UTR 20/4197, UTR 20/4090, UTR 20/4074. UTR 20/4075, UTR 20/4359, UTR 20/4269, UTR 20/1926, UTR 20/4157, UTR 20/1221, UTR 20/3596. In al deze zaken komt de rechtbank tot het oordeel dat de besluiten van GS geen stand kunnen houden. Het gaat om inhoudelijk belangrijke vraagstukken, waaronder de vergunningplicht na de Logstebaanuitspraak, de betrouwbaarheid van de Rav-emissiefactoren van stalsystemen en de handhaafbaarheid daarvan, het beweiden van vee en de vraag of en in hoeverre het beweiden betrokken mag worden bij intern salderen, evenals de vraag of het minder bemesten op hetzelfde bedrijf kan worden betrokken bij intern salderen. De oordelen van de rechtbank hierover zijn helder en lezenswaardig.

De overwegingen voorafgaande aan deze uitspraken zijn niet minder noemenswaardig. De rechtbank acht de uitkomst van de procedures onbevredigend, terwijl de procespositie van alle betrokken partijen te begrijpen is. Uit deze uitspraken blijkt, volgens de rechtbank, dat de stappen die sinds 2019 door het kabinet en de wetgever zijn gezet nog geen uitsluitsel geven. Zo verschuiven sommige discussies ten gevolge van de Spoedwet aanpak stikstof  naar het handhavingsspoor. Ook ligt voor de PAS-melders nog steeds geen definitieve oplossing. De rechtbank kan geen oplossing bieden en moet beslissen op concrete zaken, op basis van voorliggende beroepsgronden en niet meer dan dat.

Volgens de rechtbank lijkt het erop alsof iedereen elkaar nu afwachtend aankijkt, terwijl de stikstofproblematiek een maatschappelijk vraagstuk is. De rechtbank roept de overheid op om in actie te komen. Het is aan het kabinet en aan de wetgever, om met goed doordachte generieke maatregelen te komen waar natuurorganisaties, bedrijven, burgers en lokale overheden mee verder kunnen in concrete gevallen.

Voor meer informatie over deze uitspraken kunt u contact opnemen met Susan  

> Lees meer

niet vervallen Hinderwetvergunning moet buiten twijfel zijn voor rechten op referentiedatum.

16/09/2021

Niet vervallen hinderwetvergunning moet buiten twijfel zijn voor rechten op referentiedatum

Deze zaak loopt al vanaf 3 november 2011, de datum dat een aanvraag is ingediend voor een natuurvergunning  voor de uitbreiding van de omvang van een pluimveehouderij, van 39.900 naar 82.000 ouderdieren van vleeskuikens in opfok, aan een locatie in Someren. Inmiddels zijn de jaren verstreken en is de aanvrager vele (tussen)uitspraken verder. Zie de tussenuitspraken van 9 april 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:1210) en 1 april 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:1045)  en de einduitspraak van 14 oktober 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:3186) waarin de verleende vergunning vernietigd.

Bij uitspraak van 22 maart 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:768) heeft de Afdeling opnieuw de vergunning vernietigd en een termijn gesteld om een nieuw besluit te nemen. Het gaat om de vraag of de stikstofdepositie van een tweetal bedrijven bij de vergunning mocht worden betrokken. De discussie heeft betrekking op de vraag of de Hinderwetvergunningen van deze bedrijven al dan niet gedeeltelijk zijn komen te vervallen. Omdat de bedrijven over bepaalde perioden geen opgave van de dieraantallen hadden gedaan, terwijl zij daartoe wel verplicht waren, is de bewijslast daarmee bij het college komen te liggen.

In de uitspraak van 15 september  2021, ECLI:NL:RVS:2021:2085 komt de vraag aan de orde of de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat van het college en vergunninghouder in dit geval niet kan worden verlangd dat zij met de landbouwtellinggegevens precies aantonen hoeveel dieren er zijn gehouden in de jaren 1979 tot en met 1985, maar dat het volstaat wanneer zij aannemelijk maken dat er in die jaren in de vergunde stallen op beide bedrijven dieren zijn gehouden.

 

> Lees meer

Stikstof, wanneer is sprake van opname in het heersende verkeersbeeld?

01/09/2021

 

In de tussenuitspraak van de AbRvS van 1 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1971 inzake het bestemmingsplan Maduraodam is er voor de gemeente Den Haag nog werk aan de winkel met betrekking tot een betere parkeerborging. De uitspraak is hier opgenomen vanwege de vraag wanneer sprake is van “een opname in het heersende verkeersbeeld”. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 19 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1054, overweging 15.14, aanvaard dat in de effecten van stikstofberekeningen wat betreft het verkeer van een naar inrichtingen, kan worden aangesloten bij de leer van het heersende verkeersbeeld. Deze lijn wordt hier bevestigd.

 

> Lees meer