Beweiden van vee en uitrijden van mest Nbw vergunningplichtig?

Wet natuurbescherming

In de uitspraak van de Voorzitter van de AbRvS van 6 oktober 2014, is om een voorlopige voorziening verzocht in het kader van een bezwaarschriftenprocedure tegen een afwijzend besluit om handhavend op te treden. Het verzoek is gericht tegen het zonder Nbw vergunning beweiden van vee en het uitrijden van mest.

De vraag of een Nbw vergunning voor deze activiteiten nodig is kwam al eerder indirect aan de orde, namelijk in de uitspraak van de AbRvS van 1 mei 2013, nr. 201011080/1/A4. Het ging toen over de vraag of de verleende vergunning ook betrekking had op het beweiden van vee en het uitrijden van mest. Deze vraag werd ontkennend beantwoord. De vraag of een Nbw vergunning nodig is voor deze “andere handelingen” is tot nu toe niet beantwoord. Ook in de voorliggende zaak werd deze vraag nog niet beantwoord. De Voorzitter achtte geen spoedeisend belang aanwezig omdat de periode van mest uitrijden is beëindigd op 15 september 2014 en weer begint op 15 februari 2015. De periode van mest uitrijden was dus net beëindigd. Omdat het aannemelijk is dat vóór 15 februari 2015 een besluit op bezwaar is genomen wordt het verzoek om voorlopige voorziening dus afgewezen. Het is dus nog even afwachten op het antwoord op de vraag of het beweiden van vee en uitrijden van mest in sommige gevallen Nbw vergunningplichtig is.