Gevolgen draagkracht van gebied voor vogelsoorten: goed motiveren

Wet natuurbescherming

 

 

In de uitspraak van de AbRvS van 17 augustus 2016, ECLI:NL:2016:2259 is een aan het Van der Valk Hotel Harderwijk verleende Nbw 98 vergunning aan de orde voor de uitbreiding van dit hotel. De gronden waarop de uitbreiding van dit hotel deels is voorzien, liggen in het Natura 2000-gebied Veluwe. Ten gevolge van de uitbreiding verdwijnt een gebied van 0,68 hectare fourageergebied van de zwarte specht.

Het college stelt zich op het standpunt dat het project geen gevolgen heeft voor de draagkracht van het gebied voor de genoemde vogelsoort. Er is geen passende beoordeling gemaakt.

Omdat volgens de Afdeling niet in geschil is dat in dit gebied minder dan 400 paren aanwezig zijn kan, gelet op grond van objectieve gegevens niet worden uitgesloten dat het project geen significante gevolgen heeft voor de Veluwe.

 

De Afdeling verwijst vervolgens naar de uitspraak van 11 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:735 waarin wordt overwogen dat een gebied niettemin kan voldoen aan de doelstelling voor de draagkracht indien minder vogels aanwezig zijn dan het aantal dat in de instandhoudingsdoelstelling voor deze vogelsoort is benoemd. De instandhoudingsdoelstelling bevat immers een opdracht tot het behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een bepaalde populatie. Dat deze populatie op een zeker moment feitelijk niet wordt gehaald, hoeft op zichzelf niet te betekenen dat de draagkracht van het gebied niet voldoende is voor de populatie.

In de (wél) gemaakte voortoets wordt geconcludeerd dat, gezien de matige kwaliteit van het verhoudingsgewijs kleine fourageergebied wordt geconcludeerd dat het areaalverlies geen gevolgen heeft voor de draagkracht van het gebied van de zwarte specht.

De Afdeling stelt vast dat het gebied, waaronder het fourageergebied dat als gevolg van het aangevraagde project verloren gaat, bij besluit van 11 juni 2014 op basis van ecologische criteria is aangewezen als Natura 2000-gebied. De omstandigheden dat het areaalverlies als gevolg van het aangevraagde project verhoudingsgewijs klein is, het foerageergebied mogelijk slechts matig geschikt en de verstoring vanuit de omgeving door intensivering van wegverkeer en omliggende bebouwing ter plaatse is toegenomen, maken naar het oordeel van de Afdeling niet dat dit foerageergebied geen bijdrage meer kan leveren aan de instandhoudingsdoelstelling voor de zware specht waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen.

Verder overweegt de Afdeling dat niet aannemelijk is dat sprake is van een positieve trend nu het aantal van gemiddeld 393 paren zwarte spechten is berekend over een periode van 2003-2014 en er in het verleden hogere aantallen zwarte spechten zijn geteld. Het college heeft dit niet weersproken. Tot slot heeft het college de stelling niet nader onderbouwd dat in het kader van de uitvoering van het beheerplan, het leefgebied van de zwarte specht wordt verbeterd. Het college heeft niet inzichtelijk gemaakt welke instandhoudingsmaatregelen in het gebied worden uitgevoerd en welke effecten deze maatregelen zullen hebben.

Kortom, omdat ten onrechte geen passende beoordeling is verricht wordt de vergunning vernietigd.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan