Het beperkingen gebied van de luchthaven en de uitbreidingsdoelstelling voor de blauwe kiekendief

Wet natuurbescherming

 

In deze lezenswaardige uitspraak van de AbRvS van 18 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:129 die gaat over het bestemmingsplan Lelystad-Uitbreiding luchthaven, komt het onderdeel natuur uitgebreid aan de orde. De Afdeling wijst op de inwerkingtreding van de Wnb. Uit artikel 9.10 Wnb volgt dat deze zaak, nu het plan is vastgesteld vóór 1 januari 2017 is beoordeeld aan de hand van het voor die datum geldende recht.

Uit de onderzoeken blijkt dat niet bij voorbaat kan worden uitgesloten dat de uitbreiding van de luchthaven leidt tot aanvaringsslachtoffers onder vogelsoorten waarvoor een instandhoudingsdoelstelling geldt (Oostvaardersplassen). Om die reden is uitgebreid onderzoek verricht naar de vlieghoogten en bewegingen van foeragerende vogels en vliegtuigen, mede in relatie tot verschillende windrichtingen. De Afdeling accordeert de conclusie van het verrichte onderzoek dat ook bij een incidentele sterfte de instandhoudingsdoelstellingen van de betreffende vogels niet in gevaar komen.

 

Voor één van die vogels, namelijk voor de blauwe kiekendief geldt echter een verbeterdoelstelling. Het gebied levert onvoldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie van deze soort. De Vogelbescherming betoogt dat ten onrechte geen onderzoek is verricht naar het beperkingengebied waarbinnen beperkingen gelden ten aanzien van vogelaantrekkende bestemmingen. Om de verbeterdoelstelling te behalen zou de draagkracht van het gebied vergroot moeten worden door het realiseren van externe foerageergebieden. Het beperkingengebied zou deze maatregelen belemmeren.

De Afdeling is van oordeel dat het beperkingengebied een belemmering kan opleveren voor het behalen van de instandhoudingsdoelstelling voor zover dit een verbeterdoelstelling is. Dit geldt alleen voor de blauwe kiekendief. De Vogelbescherming heeft in deze zaak volgens de Afdeling niet toegelicht dat de gronden, gelegen in het beperkingengebied noodzakelijk zijn voor het realiseren van nieuw foerageergebied voor de blauwe kiekendief. Om die reden is de Afdeling van oordeel dat de raad zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat significant negatieve gevolgen vanwege het beperkingengebied zijn uitgesloten.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan