Inhoud intrekkingsbesluit Nbw vergunning onvoldoende voor borging stikstof

Wet natuurbescherming

 

In de uitspraak van de AbRvS van 16 september 2015, nr. ECLI:NL:RVS:2015:2928, wordt een Nbw vergunning gedeeltelijk ingetrokken onder de voorwaarde dat de vrijgekomen ammoniakproductierechten kunnen worden ingezet voor te verlenen Nbw vergunningen voor drie andere agrarische bedrijven. Het is vaste rechtspraak dat deze vorm van saldering is toegestaan, zij het onder de voorwaarde dat er een directe samenhang bestaat tussen de intrekking van de toestemming en de verlening van de vergunning. De samenhang kan worden aangenomen als de toestemming voor het saldo gevende bedrijf daadwerkelijk is of zal worden ingetrokken ten behoeve van de oprichting van het saldo ontvangende bedrijf. Dit kan onder meer blijken uit een intrekkingsbesluit of uit een overeenkomst.

 

In het wijzigingsbesluit staat dat de intrekking pas wordt geëffectueerd als de vergunningen voor de uitbreiding van de saldo-ontvangende bedrijven onherroepelijk zijn. Volgens appellante bestaat de mogelijkheid dat gedurende de periode waarin de verleende vergunningen nog niet onherroepelijk zijn, op grond van de nieuwe vergunningen voor de saldo ontvangende bedrijven dieren worden gehouden, terwijl de bedrijfsvoering van het saldo-gevende bedrijf wordt voortgezet.

Verweerder betoogt dat met de formulering van het besluit juist is beoogd te voorkomen dat de emissie ten behoeve waarvan de vergunning wordt ingetrokken zowel op het saldo-gevende als op het saldo-ontvangende bedrijf kan worden uitgestoten.

Naar het oordeel van de Afdeling is het niet uitgesloten dat voor een bepaalde periode zowel op het saldo-gevende bedrijf als op het saldo-ontvangende bedrijf emissie wordt uitgestoten ten behoeve waarvan de vergunning is ingetrokken. Evenmin blijkt uit de formulering niet dat de gedeeltelijke intrekking ongedaan wordt gemaakt indien de vergunning van één van de saldo-ontvangende bedrijven niet onherroepelijk wordt (zoals eigenlijk ook was beoogd). Naar het oordeel van de Afdeling is het besluit genomen in strijd met het beginsel van rechtszekerheid omdat het onduidelijkheden oproept.